De Middellandse Zeekust van Frankrijk in een notedop

10 oktober 2017 - Argelès-sur-Mer, Frankrijk

Zaterdag 30 september.

We verlaten onze camping in Isolabona, het is bewolkt en we verruilen het binnenland weer voor de kust, de zee en hopelijk de zon. Maar op de route richting de kust en richting Frankrijk stoppen we eerst nog even bij Dolceaqua. Het is een klein dorpje dat tegen een berg aan lijkt gebouwd met ‘on top’ een kasteel. (Op de heenweg naar Isolabona zagen we al een touringcar stoppen waar een horde mensen uit kwam, dus wellicht is het de moeite waard)

En dat was het! Het is een wirwar van heel steile smalle en deels overdekte steegjes tussen alle woningen en pandjes door die richting het kasteel gaan. Een beetje sprookjesachtig. We hebben hier dus wel eventjes rondgelopen om de diverse steegjes te bekijken.

Daarna nog een klein stukje rijden tot aan de kust. We zagen borden van de ‘Lidl’ boven de gebouwen uitsteken en besloten om onze camper nog even ‘af te tanken’ met de nodige boodschappen. Grappig om te merken dat het assortiment pal voor de grens met Frankrijk toch anders is dan bij de Lidl twee dorpjes terug. Je vindt hier dan weer typisch ‘Franse’ producten en producten met de Franse vlag erop.

We betaalden voor de laatste keer tol in Italië en reden Frankrijk en zo ook ‘Monte Carlo’ in. Toen we om een berg heen reden en vanaf dat punt uitzicht over Monaco hadden zijn we even gestopt. Het lijkt niet heel groot, wel heel compact en met honderden boten/jachten die ergens voor de kust een plekje op het water hebben gevonden. We hadden een adresje waar we konden parkeren en dan wellicht een rondje door de stad fietsen, maar na wat heen en weer gereden te hebben en de drukte gezien te hebben vonden we het eigenlijk wel welletjes. We hadden een soort van eerste indruk op gedaan en de vele luxe auto’s en jachten gespot. Prima om het daar bij te laten, nog één keer flaneren met onze dikke bak (qua afmetingen dan), en verder te rijden.

We vonden een camping in Fréjus. Eentje mét speeltuin én verwarmd/overdekt zwembad. Daar moesten we ons wel kunnen vermaken voor een nachtje.

Daar waar we onze hele reis al gescheiden mannen en vrouwen douches en toiletten hebben, is het hier ineens een gemixt. En… er is geen toiletpapier meer aanwezig. Dat moeten we zelf meenemen. Dit was overigens op de camping in Venetië na, ook in Italië het geval. Voelt toch ineens een stukje minder luxe ofzo. En erbij komt dat je ook precies weet wanneer de andere campinggasten op weg zijn naar het toilet; te herkennen aan de rol in de hand. Tja…

Op zondag 1 oktober vertrokken we weer. Eerst namen we nog een verfrissende duik in het zwembad. Het werd een privé-duik want verder had schijnbaar niemand de behoefte aan even poedelen in het zwembad. We reden nog naar de haven en de boulevard en gingen via de kust verder richting het westen. In Saint Aygulf, wat tegen Fréjus aangegroeid is, gingen we het strand op. Mooi zandstrand en heul veul wind. Er werd flink gekitesurft, wat een vrolijk gezicht is; al die gekleurde kites in de lucht. De meiden hadden reuzepret in het zand op het strand. We reden later nog door Saint Maxime en Saint Tropez, de bekende en luxueuze badplaatsen. Ook hier, vooral veel luxe jachten in de havens en voor de kust én een overdosis aan Porsches en andere luxe auto’s. We streken neer op een camping net iets van de kust af, richting het dorpje Grimaud. Deze camping stond bommetje vol! Ook niet heel groot maar wel keurig en we gebruiken de campingcard weer eens die ik (Marleen) bij het afscheid van Portaal van de collega’s heb gekregen. Prima cadeau! Het weer is overigens nog steeds heel fijn, maar de wind maakte dat we toch het fijne zwembad niet gingen uitproberen.

De volgende dag, maandag 2 oktober weer door. We gingen eerst het Middeleeuwse vestingstadje Grimaud bezoeken. Het ligt op 10 kilometer vanaf Saint Tropez en je ziet het ruïnekasteel al vanaf grote afstand liggen. Het was nog even zoeken naar een plekje voor onze camper maar daarna konden we te voet het dorpje bekijken, de ruïne van het kasteel en het oude molentje.

We gingen op weg naar onze overnachtingsplek, een mooie camping aan zee in Frontignan. De camping was op een paar plekjes na helemaal vol.

Vanaf de camping konden we zo het strand op lopen, maar het was jammer dat het strand hier niet zo schoon en mooi was. We hebben de zonsondergang nog wel even bekeken en besloten in de avond om ons verblijf hier af te laten hangen van het weer.

Je raadt het al, de volgende ochtend was het mistig en ook best frisjes. Geen lekker weer om het zwembad uit te proberen, dus tegen de middag (de speeltuin was top!) stapten we op. Toen leek de mist echter op te trekken….

We waren het dorp nog niet uit of het werd blauw, prachtig strak blauw! Maar ja, we hadden nu eenmaal besloten om weer een stukje verderop te gaan.

We maakten het bochtje aan de Middellandse zeekust onderin Frankrijk richting Perpignan en de Spaanse grens. We verbleven op een camping in Saint-Cyprien plage, iets ten zuiden van Perpignan en nét ten noorden van Argelès-sur-mer wat een bekende badplaats is. We hebben zicht op het begin van de Pyreneeën, de eerste bergtoppen staan aan de horizon. Het weer is super! De camping is niet heel bijzonder en het plaatsje Saint Cyprien ook niet. Maar wat heb je nodig als de zon schijnt en je een heerlijk zwembad tot je beschikking hebt. Juist, niet veel meer.

De volgende ochtend gaat de telefoon van Bram. Om de één of andere reden denk je dan: waarom bellen ‘Ben en José Hendriksen thuis’ ons? Terwijl er natuurlijk geen bijzondere reden voor hoeft te zijn. Zo gek is het niet om eens in de paar weken te bellen als je al 2 maanden onderweg bent. Gezien de recente (sinds een jaar) gezondheidsperikelen is er ook reden genoeg om wel een soort van alarmbelletje af te laten gaan in je hoofd. 

Ben ligt in het ziekenhuis, hij was niet lekker, benauwd, ging voor onderzoeken naar de dokter en door naar het ziekenhuis en werd verzocht om te blijven. Shit zeg! Dat is echt niet leuk. Het meest niet-leuk is het natuurlijk voor Ben en José zelf. Maar als je onderin Frankrijk zit en je realiseert dat je niet even snel langs kunt gaan om met eigen ogen te zien hoe het is en er voor elkaar te zijn, word je ook niet heel blij.

We doen een rondje familie-bellen en spreken af om af te wachten en elkaar op de hoogte te houden van hoe het gaat. Acute paniek is niet nodig, we moeten maar lekker blijven waar we zijn. En dat doen we dus ook, we reizen niet verder naar het zuiden, maar blijven waar we zijn om daarna te beslissen of we doorreizen of niet. Tja… even laten landen dus ook.

We gaan lekker even een stukje fietsen richting het strand en de haven van Saint Cyprien Plage. Zo kunnen we ook onze gedachten nog een beetje op een rij zetten.

Er is niet heel veel te doen, echt einde seizoen, maar het strand is hier mooi. We fietsen nog even langs de boulanger voor lekkere broodjes en gaan dan snel naar de camping om het zwembad weer in te gaan. Het is een soort subtropisch zwemparadijs maar dan in de open lucht. Er is trouwens ook een deel van het zwembad wat wel overdekt is, maar daar hoef je echt niet te zijn nu. Het peuterbad is ongeveer 20 meter lang bij 7 meter breed en varieert qua diepte van 11 centimeter tot 50. De meiden konden hier dus heerlijk doorheen paraderen en ‘zwemmen’ en met van alles spelen terwijl wij vanaf ons strandbedje de boel in de gaten konden houden. Echt vakantie hoor, ook voor ons want ze vermaakten zichzelf en elkaar. Als ze in de bubbels, de stroomversnelling, de fontein of vanaf de glijbaan wilden, moesten wij natuurlijk wel mee, want daar was het te diep.

Op donderdag 5 oktober, we hadden toen al 2 nachtjes op deze camping gehad, besloten we om toch nog maar te blijven. Veel uitsluitsel over de gezondheid van Ben hebben we niet, er is inmiddels gelukkig wél van alles uitgesloten, maar wat de oorzaak van de benauwdheid is, is nog niet bekend. Fijne bijkomstigheid is dat het weer hier heerlijk is, het zwembad ook nog steeds dus het is geen echte ‘straf’ om niet door te reizen en Spanje te gaan verkennen, maar gewoon te blijven waar we zitten. In de ochtend gingen we boodschappen doen op de fiets en we fietsen naar het stadje Saint-Cyprien. (zonder plage erachter) We gingen de oude kerk bekijken en liepen over de markt, maar behalve een reuze broccoli kopen op de markt voor het avondeten was er verder ook niet veel te zien of te doen. Dus…. hup weer terug naar ‘ons’ zwembad voor wederom een heerlijke middag in en rondom het water.

Vrijdag 6 oktober vertrokken we dan toch. We gingen weer eens wat bekijken. We hadden gelezen over ‘Les Orgues’, de ‘orgelpijpen’ in het plaatsje Ille-sur-tet. Het is een beschermd erosiegebergte en lag op slechts 45 minuten rijden (landinwaarts) van onze camping. De rotsformatie is het resultaat van miljoenen jaren durende erosie; door invloeden van zon, wind en water is het landschap uitgesleten uit zacht zandsteen. Het lijkt op de ‘Pinnacles’ die we beiden hebben gezien in west Australië. Prachtig geel en mooi van vorm. Na een kleine wandeltocht tussen ‘de gele pilaren’ reden we slechts 10 minuten door naar een kleine camping in Nefiach. Op deze camping bleven we slechts een nachtje, we vervolgden onze route richting de Pyreneeën en Andorra. De omgeving is hier prachtig en langs de route liggen vele mooie dorpjes. Door sommige dorpjes rijden we heen en andere liggen mooi tegen een berg aan en daar rijden we langs. We volgen de route van de train jaune die van VilleFranche-de-conflent naar Latour de Carol rijdt. Het is een toeristische route. De route met de auto of in ons geval camper loopt zo ongeveer parallel aan het spoor en ze kruisen elkaar regelmatig. Op de route liggen twee dorpjes die tot ‘de mooiste dorpjes van Frankrijk’ horen en twee dorpjes die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staan. Los van de natuur en de bergen (De Catalaanse Pyreneeën heet het gebied hier) genoeg moois te zien dus.  We rijden eerst langs heel veel moois heen richting Mont-Louis, één van de dorpjes die op de werelderfgoedlijst staan. Het is een vestingstadje met een grote houten poort die de poort van Frankrijk wordt genoemd. We zitten immers heel dichtbij Spanje he? In het dorpje is het heel rustig, dus we lopen in de zon een rondje. Er is ook nog een aparte vesting, dus een ommuurde vestingstad mét nog een aparte vesting die ook weer ommuurd is. Helaas konden we daar niet kijken omdat het een opleidingscentrum voor de Franse commando’s is. Leek ons best wat, maar de vlieger ging niet op. Het idee was om de route weer terug te nemen, maar we waren eigenlijk benieuwd naar Llivia. Dat is een Spaanse enclave die net (zo’n 5 kilometer) van de grens met Spanje ligt ín Frankrijk. Grappig dat zodra je het dorp (met stadsrechten want dat is het ‘verhaal’  van de enclave) inrijdt ook direct een andere ambiance voelt. De gebouwen zien er anders uit, auto’s met Spaanse kentekens, Spaanse naambordjes i.p.v. Franse, een straat is niet een ‘rue’ maar een ‘calle’ en als je de hoofdstraat uitrijdt, ben je weer in Frankrijk.

We draaiden om, reden terug en overnachtten in de bergen in het dorpje Fuilla waar een camping met een Nederlandse eigenaar zat. Wij dachten, toen we ‘in the middle of nowhere’ door een klein dorpje reden; wie gaat hier nu een camping runnen? Maar toen we de camper een plekje in de zon hadden gegeven en eens rondkeken, zagen we het mooie uitzicht op de bergen om ons heen. Oké, misschien toch niet zo’n hele gekke plek.

Het dorpje lag in een dal en we werden al gewaarschuwd dat het in de nacht behoorlijk af zou koelen. De nacht voor onze aankomst was het 4 graden geweest! Brrrr, maar een extra dekentje mee naar bed. Het kwik daalde tot ongeveer 6 graden, maar gelukkig waren we goed voorbereid. De volgende (zondag)ochtend probeerden we zo lang mogelijk in bed te blijven. Het duurde ondanks de strak blauwe lucht natuurlijk even voordat het weer opgewarmd was buiten. Ook hoefden we maar een kilometer of 4 te rijden tot het andere dorp/stadje van de werelderfgoedlijst; Villefranche de Conflent en we hoeven natuurlijk sowieso voor niemand op te schieten. Ook dit stadje is een vestingstad omringd met muren, toegangspoorten en een gracht. Maar wat was het druk! De vorige dag toen we passeerden was het lang niet zo vol met auto’s. Wat bleek, er was een rommelmarkt door het hele stadje. Hmmm, beetje jammer van de drukte, maar we liepen toch een rondje en zagen ook mooie plekjes waar geen drukte was. Villefranche de Conflent heeft een burcht, Liberia, op een berg die zo’n 25 minuten klimmen boven de stad zelf is. We begonnen vol goed moed, maar al na bocht één had Madee het geschoten en begon ze ‘tillen, tillen’ te roepen. Daar was het echt te warm voor en dus besloten we om deze klim af te lasten. We konden ons er zo een voorstelling van maken hoe het uitzicht over de omgeving zou zijn en dat houden we voor ogen. We reden terug naar de kust en pikten een camping uit de gids in Argelès-sur-Mer. Dit is een echt toeristische stek en er zijn meer dan 50 campings (waarvan er nu misschien nog zo’n 7 open zijn) en het is een plek met helder blauw zeewater en prachtige brede en schone zandstranden. Op onze camping staan denk ik 15 campers/caravans. Zeker niet druk dus.

We blijven hier 2 nachten, even weer lekker rustig aan doen. Op maandag slapen we uit tot 9 uur. (iedereen al lekker aan het werk in Nederland?) Na de spits pakken we de fietsen en doen we een rondje langs het strand (er is geen kip, terwijl de capaciteit oneindig lijkt), de haven en via de Lidl (heb je het in de gaten; die zit echt overal) fietsen we weer terug. Het is grappig dat we door verschillende (van de andere 14) campinggasten worden aangesproken of onze kinderen niet naar school moeten of dat de herfstvakantie al is begonnen. We zijn uiteraard veruit de jongste aanwezigen hier en de andere gasten geven aan dat ze in deze tijd van het jaar andere jaren nooit jonge kinderen treffen. Ze vinden het wel gezellig, twee van die druktemakertjes die hier rond steppen, rennen en ‘loopfietsen’ en we krijgen het advies om er nog maar flink van te genieten. Dat deden we al maar we worden er zelf ook steeds meer bewust van omdat we nog maar drie weken te gaan hebben! (oké dat is een gemiddelde zomervakantie, maar voor ons voelt het anders)

De gezondheid van Ben laat het toe dat we toch verder richting het zuiden reizen. Hij is nog in het ziekenhuis, maar mag morgenmiddag naar huis zoals het er nu uit ziet.

Dus… richting Spanje.

Op dinsdag 10 oktober vertrekken we, we nemen afscheid van onze leuke Zwitserse buren en het 80 jaar oude echtpaar uit Amsterdam Noord waar we twee nachten naast stonden en leuk contact mee hadden. Het plan is om via de prachtige plaats Collioure, waar we dan ook een stop maken, via de ‘wijnroute’ naar Spanje te rijden.

Au revoir France, Hola España!

Foto’s

1 Reactie

  1. Hermien en Dick de Graaf:
    10 oktober 2017
    wat een prachtig verhaal weer en wat zien jullie veel en het weer is heerlijk deze mooie vakantie duurt echt wel lang voor ons maar niet voor jullie en voor de meisjes is het helemaal geweldig wat die allemaal zien en ontdekken! verder nog veel reisplezier en wij kijken naar jullie uit! gr, Dick en Hermien,